Rhinopneumonie en EHV bij paarden

15/11/2018 - 16:02

Rhinopneumonie is de nachtmerrie van elke paardeneigenaar. Het wordt veroorzaakt door het equine herpesvirus (EHV), een virale infectie waarvoor er geen directe behandeling bestaat. Eenmaal besmet blijven ze levenslang drager én kunnen ze andere paarden besmetten. Dit artikel legt uit hoe deze ziekte verloopt en welke preventiemaatregelen je als eigenaar kan hanteren.

Rhinopneumonie en EHV bij paarden

Wanneer een paard het equine herpesvirus oploopt kan het zich op 3 manieren uiten:

1. Griepachtige klachten zoals hoesten, neusvloei en koorts.
2. Abortus of doodgeboren veulens bij drachtige merries.
3. Aantasting van het zenuwstelsel zoals ataxie, verlamming blaas en staart.

Eenmaal ze het virus hebben, blijven ze levenslang drager zonder dat ze daarvoor symptomen vertonen. Wanneer het immuunsysteem van de drager verzwakt wordt, kan hij opnieuw andere paarden besmetten.

De preventie van rhinopneumonie berust op 2 maatregelen:

1. Correct stalmanagement
Dit betekent dat de veulens, merries en sportpaarden best gescheiden worden gehouden. Sportpaarden komen immers vaak in contact met andere paarden, waardoor zij mogelijks EHV binnenbrengen in de stal. Pasgeboren en jonge veulens hebben nog niet voldoende immuniteit opgebouwd en kunnen bij besmetting zeer lang besmettelijk blijven voor andere dieren. Drachtige merries zijn gevoeliger voor abortus en doodgeboren veulens wanneer zij besmet zijn met het virus.

2. Vaccinatie
Door uw paarden te gaan vaccineren tegen EHV, zorgt u ervoor dat wanneer uw paard toch besmet zou raken,
het virus in veel mindere mate uitscheidt (3-4 dagen i.p.v. weken) waardoor de infectiedruk voor de andere paarden daalt.
Bovendien zijn de symptomen veel milder als die van een niet-gevaccineerd paard. Zolang uw dier geen symptomen
vertoont is vaccineren nog steeds mogelijk!!

De behandeling bij rhinopneumonie omvat meerdere aspecten:

Een specifieke behandeling bestaat er niet tegen dit virus. Eenmaal de diagnose is vastgesteld door uw dierenarts
(meestal via een staal vanuit de neus), kan u het zieke paard enkel nog ondersteunend behandelen, d.w.z. de klachten
verlichten en secundaire infecties vermijden. Het besmette paard wordt geïsoleerd en de stalhygiëne wordt opgedreven
om de infectiedruk voor de andere paarden zo laag mogelijk te houden. Paarden die in contact zijn geweest met het zieke dier en nog geen symptomen vertonen, kunnen nog gevaccineerd worden.

Wenst u meer informatie omtrent rhinopneumonie en het equine herpesvirus bij paarden?
Dan kan u via deze link de reportage op HippoTV herbekijken. Dr. Katleen Vanschandevijl en Dr. Annick Gryspeerdt
vertellen over de symptomen, diagnostiek, behandeling én preventie van het Equine Herpesvirus.
Op deze website kan u eveneens bijkomende informatie terugvinden.